top of page

 De Zeester

De Zeester is een kleine Groningse kustvaarder een typisch Gronings "potje". Karakteristiek voor het schip is de zogenaamde "Kosterkont". Het schip werd In 1926 gebouwd op de Gideon werf van J. Koster Hzn. En onder de naam Gideona II te water gelaten. Tijdens haar werkzame leven in de ‘wilde vaart’ heeft het schip allerlei soorten vracht vervoerd onder verschillende eigenaren en meerdere namen zoals: Meuse, Ruja, Prudentia en Haringvliet. Vanaf 1991 heet ze de Zeester.

Zeester

  • Type:  kleine Groningse kustvaarder 

  • Bouwjaar: 1926

  • Gebouwd bij: Gideon werf van J. Koster Hzn.

  • Eigenaar: Gijs Hak

  • motor: De 120 PK drie cilinder langslag dieselmotor 

  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn
  • Instagram
opoe-sientje-door-tycho-van-dijk-209.jpeg
zeester.jpeg

Stranding Sjaelland 1931

Op 7 september 1931 tijdens stormweer strandde de Gideonea II geladen met stenen op de noordkust van Sjaelland in Denemarken. Het schip kon 2 dagen later - nadat de lading grotendeels overboord was gezet - worden vlot getrokken en voer door de Sont via het Deense Helsingor naar Kopenhagen.

Sont Tol

Helsingor was het tolstation van de Deense koning. Hier werd van 1497 tot 1857 tol geïnd. Elk schip dat naar de Oost Zee wil(de) moe(s)t door de Sontstraat en dus tol betalen. De tol werd berekend a.h.v. de dekbreedte. En Hollanders zouden geen Hollanders zijn als ze dat niet probeerden te omzeilen. Om zo weinig mogelijk tol te hoeven betalen ontwikkelde men in Holland in de 17e eeuw een speciaal vrachtschip; het fluitschip. De fluit had een typische peervormig dwarsprofiel. Een bol ruim met een heel smal dek. Een schip met veel laadruimte maar het dek was toch heel smal. Dus weinig tol betalen. De fluit werd in heel Europa nagebouwd.

122263-meuse.jpg

Meer informatie over Zeester?

  • Facebook
  • LinkedIn
bottom of page